Een nieuwe Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Wat verandert er zoal?

Een nieuwe Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Wat verandert er zoal? - Blog - Merlijn Groep
klokkenluidersregeling Medezeggenschap OR WOR

Het heeft een tijdje geduurd, maar daar is ie dan toch echt. Per 1 januari 2017 is de WOR op een aantal onderdelen behoorlijk veranderd; alles in de sfeer van het instemmingsrecht (artikel 27) en het informatierecht (artikel 31).

Dat het een tijdje heeft geduurd komt omdat alle wijzigingen al per 1 juli jl. doorgevoerd moesten zijn, terwijl er nog de nodige politieke en maatschappelijke hobbels waren, die genomen moesten worden. Maar nu is het dan zo ver.

Veranderingen

De veranderingen voor de ondernemingsraden (OR) omvatten de:

We zetten deze veranderingen nog eens op een rijtje.

Arbeidsomstandigheden

Wie de WOR er op naslaat, ziet dat de OR instemmingsrecht heeft bij de vaststelling of wijzigingen van regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden (artikel 27, lid 1d). De tekst als zodanig blijft per 1 januari 2017 ongewijzigd. Hier gaat het vooral om de veranderingen in de arbeidsomstandighedenwet (ook arbowet genaamd) die per 1 januari 2017 ingaan. Per die datum is vastgesteld dat de OR instemmingrecht heeft op de keuze van de preventiemedewerker (persoon) en de organisatorische inbedding in het bedrijf: het recht op een second opinion bij een andere bedrijfsarts en de invoering van een arbeidsgeneeskundig spreekuur met de verplichting van de werkgever om deze mogelijkheid ook kenbaar te maken. Echt spectaculair zijn deze wijzigingen niet, maar er moest wel wat geregeld worden en daarbij is de positie van de OR wel breder geworden.

Klokkenluidersregeling

Nieuw is de klokkenluidersregeling. Of liever de invoering van de wet: “Het Huis Klokkenluiders” per 1 juli 2016. Kern bij dit verhaal is de mogelijkheid van werknemers om substantiële misstanden in de organisatie kenbaar te maken (klokkenluiders). “Het Huis Klokkenluiders” is per die datum een onafhankelijke instelling waar medewerkers bij terecht kunnen. De wet stelt echter wel dat meldingen eerst intern kenbaar gemaakt moeten worden en dat bedrijven en instellingen de plicht hebben een regeling in te voeren die erop gericht is om het medewerkers mogelijk te maken misstanden intern kenbaar te maken. In de WOR is daarbij het nieuwe artikel 27, lid 1m opgenomen. Vaststelling en wijziging van een regeling met betrekking tot klokkenluiders zijn daarmee ondergebracht bij het sterkste recht van de OR. De praktijk moet nog leren hoe deze regeling uitgewerkt moet worden, maar voor de OR is het wel raadzaam om daarin een lans te breken voor de persoon die op dit moment niet wettelijk is vastgelegd: de vertrouwenspersoon. In de nabije toekomst zou dit nog wel eens heel belangrijk kunnen gaan worden.

Pensioenovereenkomst

Een regeling met betrekking tot de vaststelling van pensioenen viel al onder het instemmingsrecht van de OR. Bij de laatste aanpassingen per 1 januari 2015, werd de OR al betrokken bij het maken van afspraken over de pensioenen. De pensioenovereenkomsten zelf werden daar echter niet bij betrokken. Voor alle duidelijkheid: de pensioenovereenkomst vloeit voort uit de pensioenwet en omvat de afspraken die werkgevers en werknemers maken over de uitkering bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid of overlijden. Nergens stond hoe deze overeenkomsten tot stand komen (mondeling of schriftelijk), laat staan dat het een verplichting was om dit te doen. Daar is dus verandering ingekomen: in artikel 27 is inmiddels de verplichting opgenomen de OR middels het instemmingrecht te betrekken bij de vaststelling van pensioenovereenkomsten. In het informatierecht is daarbij artikel 31f toegevoegd: bij invoering of wijziging moet de werkgever de OR zelfs van te voren informeren over zijn voornemen met betrekking tot deze activiteiten.

Is dit veel?

Ja. En nee. Ja, omdat het gaat om een wezenlijke uitbreiding van de bevoegdheden van de OR in belangrijke vraagstukken voor de medewerkers. Ze zijn immers gebaat bij het werken in een veilige en gezonde werkomgeving. Daarin kan de rol van de OR niet nadrukkelijk genoeg aanwezig zijn. Dus in die zin is dit best een forse uitbreiding van bevoegdheden die voor de OR als nieuw zal worden ervaren. Maar laten we het ook niet groter maken dan het is: alle maatregelen die nu in de WOR zijn vervat, hebben in de wording ervan een lang voorbereidingsproces gehad. Sommige zelfs al van enige jaren. De tijd was kennelijk rijp om deze nu ingevoerd te hebben. Over één ding valt echter niet te redetwisten: de positie van de medezeggenschap is hiermee wel verder versterkt. Niet alleen ten opzichte van werkgevers, maar ook ten opzichte van die andere sociale partner in het overleg voor mens en bedrijf – de vakbonden.

Lees meer over medezeggenschap:

https://www.merlijngroep.nl/blog/wat-alweer-vernieuwing-medezeggenschap/