Hè, zeiden ze beschaamd…..

Blog - He wat zeiden ze nou - Merlijn Groep
Medezeggenschap ondernemingsraad OR

Pleidooi voor stevige debatten

 Ik liep deze week in een overdekt winkelcentrum. Daar hoorde ik 3 dames van een jaar of 50 lekker met elkaar kletsen. Op een gegeven moment riep een van de dames vrij hard: ”hè”. Meteen gevolgd door een schaamtevolle blik, allemaal handen aan de mond, hoofden naar elkaar toe, ogen die rondkeken en een soort schaamtevol gegiechel.
Ik denk dat bijna niemand dit heeft gehoord of aandacht aan heeft gegeven. Maar de reactie van de dames deed mij meteen aan iets anders denken.
Namelijk dat je soms iets wilt zeggen maar het niet zegt uit schaamte of angst dat anderen het gaan horen.  Of dat je het wel zegt maar meteen ontkracht door non-verbale communicatie zoals de dames deden, of verontschuldigingen aanbieden waardoor ook de inhoud verdwijnt.

Verschil in taal

In mijn trainingen en begeleiding van ondernemingsraden zie en hoor ik een verschil in taal/ intentie van een OR (lid of gehele OR) als het gaat over de bestuurder of over beleid dat nu weer is ingevoerd of over de plannen die rondzingen.
  En als dan het gesprek met de bestuurder plaatsvindt dan hoor ik of niks of een grote afzwakking van de intentie. Dit uit angst dat ze iets zeggen wat verkeerd begrepen kan worden, misschien de bestuurder boos maakt, bezorgd over de consequenties van hun baan enz. Maar daarmee is de boodschap of niet gezegd of dusdanig uitgehold dat een bestuurder deze ook heel makkelijk naast zich neer kan leggen of gewoon niet op de juiste wijze kan horen omdat die zo niet verteld wordt. En let wel ik ben geen voorstander van ordinaire scheldpartijen, asociaal taalgebruik, en moddergooien. Alles behalve dat, Maar ik ben er wel voor dat ook de “rotte vis” op tafel komt, dat de gevoelens geuit worden, voor een stevig gesprek dus. Voor ondernemingsraden die zich (h)erkennen in dit verhaal zou ik graag een pleidooi willen houden om de zaken toch maar eens gewoon op tafel te gooien. Niet te veel nadenken over de toon, de woorden en hoe dit bij een bestuurder eventueel kan overkomen. Een bestuurder, is mijn ervaring, kan tegen een stootje, weet ook wel dat er een verschil zit tussen wat iemand zegt en wat deze bedoelt.

De focus

Belangrijk is wel dat minimaal 1 OR-lid zich focust op de boodschap. Dit om te voorkomen dat het gesprek echt alleen maar gaat over de toon of de woorden. Het gesprek moet uiteindelijk gaan over de boodschap. Zeg gerust een keer dat het wellicht “wat lullig uit je strot komt (om de heer W. Sonneveld ruim te interpreteren)” maar dat de boodschap wel is wat er speelt, wat u voelt of denkt. Oefen het een paar keer tijdens een OR vergadering of thuis voor de spiegel. Andersom is het natuurlijk ook zo dat als je geraakt wordt door wat iemand zegt, een bestuurder of mede OR-lid, dat het goed is om even de tijd te nemen. Wat is er gezegd dat je zo raakt, wat zegt dit over jezelf en wellicht over de ander. Lukt het om de emotie die ontstaat te kunnen ontrafelen en op zoek te gaan naar je gevoel (ja gevoel en emotie zijn echt 2 verschillende zaken) en de boodschap. En dan beide bespreekbaar te maken.

Niet makkelijk..

Het is niet makkelijk, ik oefen er ook nog regelmatig mee, maar het geeft wel veel lucht, meer diepgang en geen frustraties achteraf omdat belangrijke zaken niet zijn besproken. Dat zou niet in het belang zijn van de medewerkers en de organisatie en het zou een beperking betekenen voor een professionele medezeggenschap in de organisatie.

Lees meer over medezeggenschap:

https://www.merlijngroep.nl/blog/scholing-voor-de-medezeggenschap-ondernemingsraad/