Een sceptische deelnemer: hoe doe je dat als begeleider?

Je begeleidt al enige tijd een groep advocaten bij hun intervisiebijeenkomsten. Het is een prettige groep waarin steeds meer gedeeld (kan) worden.
Dan komt er een nieuwe deelnemer. Hij is argwanend en heeft niet echt zin in deze relatief nieuwe ‘verplichting’ van de Orde. Je ziet hem zitten, onwennig, stuurs, sceptisch. Eerst maar eens even laten landen en rustig de kat uit de boom laten kijken. Dit is typisch zo’n deelnemer die je de tijd moet geven; zal wel een paar sessies duren. Of zit hij eigenlijk vol weerstand? Dan moet je daar iets mee, zeker als het de groep gaat beïnvloeden. Maar wat is het goede moment?
De eerste bijeenkomst kijkt hij de kat uit de boom. Na afloop neem je hem even apart en vraag je hoe hij het ervaren heeft. Hoe was het voor hem? Heeft hij nog vragen? Hij geeft zichzelf niet bloot; nog echt even afwachten dus. Niet teveel aan trekken. Wel laten merken dat je hem ‘ziet’.
De volgende bijeenkomsten doet hij soms mee, maar eigenlijk alleen als je hem daartoe uitnodigt. Het gaat nog niet echt van harte. Als je hem er niet nadrukkelijk bij betrekt kijkt hij vooral toe. Prima, mag ook nog, zeker in dit stadium. Geduld! Niet trekken, hoe moeilijk dat soms ook voor je is.
Na een paar bijeenkomsten vraag je of hij misschien ook iets wil inbrengen. Je vraagt wat hij nodig heeft om de stap naar zelf een probleem inbrengen te vergemakkelijken. Kan jij als begeleider iets betekenen? Hij aarzelt maar zal erover nadenken. Spannend.
En dan blijkt in de volgende bijeenkomst dat jouw sceptische en afhoudende deelnemer een dilemma wil inbrengen. Dat maakt je blij als begeleider. Je geduld is niet voor niets geweest.
Het gaat gelukkig echt goed. Hij zal nooit een grote prater worden maar hij lijkt blij met de adviezen en neemt nog een aantal kwesties mee om verder over na te denken.
Alles bij elkaar is het goed geweest om hem de mogelijkheid te geven in zijn eigen tempo zijn plek binnen de groep te laten krijgen. Voor jou zijn dit soort deelnemers wel een uitdaging; je moet uitzoeken of er sprake is van weerstand en dan kun je, moet je daar iets mee. Maar misschien is het wel een introverte deelnemer en moet je ‘gewoon’ geduld hebben (niet altijd makkelijk). En je moet in de gaten houden hoe de andere deelnemers hierop reageren, zit het in de weg, of gaan ze mee “met de flow” In dit geval is het laatste gebleken.
Het blijft toch altijd een interessant en spannend proces om een nieuwe deelnemer op een goede manier in een bestaande groep te laten landen. Het is soms hard werken, ook al merken de deelnemers dat niet altijd. Maar als het dan positief uitpakt voelt dat echt goed.
Wil je meer weten over het begeleiden van intervisie en hoe je daarin kunt groeien?